(06.12.2020)
Een Aziatische vrouw op een rechte stoel, handen in de schoot, droevig uiterlijk. Naast haar eenzelfde stoel, leeg. Dit bronzen beeld in de Berlijnse wijk Moabit stelt een Koreaans troostmeisje voor, een van de circa 200 duizend vrouwen en meisjes die tijdens de tweede wereldoorlog naar Japan werden gedeporteerd om daar te werken in militaire bordelen. Ze kwamen vooral uit Korea en China maar ook uit andere landen, zoals Nederlands-Indie. En voor bijna de helft uit Japan zelf.
Het land heeft deze misdadige praktijken, waarvan meisjes van elf jaar al slachtoffer werden, altijd ontkend en het was dus geen wonder dat de Japanse regering prompt op 29 september, een dag na de onthulling door de Duits-Koreaanse vereniging Korea Verband, aan de bel hing bij allerlei instanties, tot aan het ministerie van Buitenlandse Zaken toe. Aanvankelijk had de actie succes; het stadsdeel Mitte, waar Moabit onder valt, eiste anderhalve week later de verwijdering van het beeld, dat de naam `Friedensstatue´ draagt.
Uiterlijk 14 oktober moest het beeld verdwijnen, `wegens aanzienlijke belasting van de Duits-Japanse betrekkingen.´ Twee medewerksters van het stadsdeelbestuur kwamen dat besluit van 4 pagina´s overbrengen aan de vereniging, met de mededeling dat eventuele bezwaarschriften geen opschortende werking zouden hebben. De vergunning, die een jaar gold, zou worden ingetrokken.
Volgens Berlijnse dagbladen werd daarbij geprobeerd de vereniging te beschuldigen van misleiding. De tekst bij het beeld was niet bekend gemaakt bij het stadsdeelbestuur, en die tekst klopte op zich wel, maar was `op en tegen Japan gericht´, het ging hier om een `doelgericht Koreaans oordeel over de Japanse politiek.´ Dat was volgens het besluit niet in overeenstemming met het gewenste `humanistische statement, dat onafhankelijk moet zijn van tijd, plaats en aanleiding tot gewelddadige conflicten.´ Sterker nog, ook de seksuele misdrijven van Duitse soldaten hadden hier vermeld moeten worden, aldus de brief, die gewag maakte van `diplomatieke problemen´.
Het stadsdeel zou geen toestemming hebben gegeven voor plaatsing van het beeld, als men de heftige reacties uit Japan had kunnen voorzien, aldus het besluit. Het Korea Verband gaf als reactie dat de 13-pagina´s lange aanvraag van de vergunning wel degelijk daarop ingaat en bovendien duidelijk stelt dat het om de rechten van vrouwen gaat en niet om Zuidkoreaanse belangen. Het stadsdeel had overigens niet om inzage van de begeleidende tekst gevraagd.
Het lijkt zeer waarschijnlijk dat Buitenlandse Zaken heeft ingegrepen, hoewel dat officieel wordt ontkend. De lijn loopt van BZ naar de senaat, het Berlijnse stadsbestuur. Ook dat heeft druk uitgeoefend op het stadsdeel Mitte, waarbij gewezen werd op de `bijzondere verantwoordelijkheid van de Bondsrepubliek en van Berlijn, een zusterstad van Tokio, voor de veiligheidssituatie in Oost-Azie´. Korea en Japan hebben in 2015 afgesproken dat deze kwestie `afdoende´ geregeld was en er zouden dus geen verstorende elementen moeten opduiken. De senaat voerde gesprekken met de Japanse ambassade en het stadsdeel om tot een snelle oplossing te komen. Die bleef uit.
De controverse nam steeds grimmiger vormen aan. Die linkse partijen Die Linke, de SPD en de Groenen dwongen het stadsdeelbestuur om de tafel te gaan zitten met het Korea Verband. Burgemeester Stephan von Dassel (Groenen) zei te hopen dat het monument zo vorm gegeven kon worden dat iedereen daarmee kon leven. De gesprekken leidden tot niets en dus bleef de het besluit van het stadsdeelbestuur staan: het beeld zou verwijderd moeten worden.
Maar de voorstanders van het monument hebben gewonnen. De stadsdeelraad van Mitte heeft afgelopen week voor behoud van het troostmeisje gestemd. `Een kritische artistieke blik op dit deel van de Oostaziatische geschiedenis moet mogelijk zijn´, aldus een motie van de Linkspartij, gesteund door de Groenen en de SPD. De CDU-fractie vond dat het in de begeleidende tekst bij het beeld niet alleen om Japan en Korea moest gaan, maar dat argument bleek niet overtuigend. De Groenen wierpen tegen dat de Japanse regering hier probeert de geschiedenis naar haar hand te zetten. Dergelijk historisch revisionisme pikken we niet, aldus de woordvoerster. De raadsvergadering trok internationale belangstelling, althans van Zuid-Korea; een televisieploeg uit dat land kwam de bijeenkomst filmen.
Het stadsdeel heeft nu zijn besluit teruggedraaid, het beeld mag blijven. Maar het lijkt wel duidelijk wat er gaat gebeuren als de vergunning afgelopen is, volgend jaar.