(03.07.2015)
Nederlanders zijn een volk van fietsers, ook als ze in het buitenland wonen. Veel landgenoten hier in Berlijn leggen per fiets aanzienlijke afstanden af. De trotse kreet: `ik doe alles op de fiets´ scoort hoog in je omgeving en is een compliment aan jezelf. Wie zich voornamelijk met het openbaar vervoer verplaatst moet voorbereid zijn op afkeurende blikken en discussies, waarbij de niet-fietser ijzersterke argumenten op tafel moet leggen om de sociale druk te weerstaan. Een goede vriendin merkte eens beschuldigend op dat ze me nog nooit op de fiets had gezien. Een andere landgenoot vertelde dat hij in een groepje Nederlanders de bekentenis had gedaan dat hij nooit fietst. Er viel een verbijsterde stilte. Het groepje was met stomheid geslagen.
Zelf vind ik fietsers in Berlijn hoe langer hoe vervelender worden. Ze veroorzaken ongelukken, ze rijden te hard over de fietspaden, zodat je als voetganger opzij moet springen om het vege lijf te redden. Ze stuiven over de weg, scheldend op de andere weggebruikers, die per definitie hun vijand zijn. Het Berlijnse jargon heeft er zelfs woorden voor, zoals Aggro-Biker en Rambo-Radler. Zelf krijgen ze regelmatig ook ongelukken, wanneer afslaand verkeer hen over het hoofd ziet. Geen wonder, moet ik helaas zeggen; als je bekijkt hoe het eraan toegaat bij die kruispunten, sta je versteld. Veel fietsers vinden het niet nodig om zelf ook een beetje uit te kijken, nee, men raast door onder het motto: ik heb alle rechten en de ander heeft slechts plichten.
Een hoofdstuk apart is het fietsen op de stoep, soms voorzichtig, maar soms ook met een behoorlijke snelheid, zwenkend tussen de wandelaars. Een irritante gewoonte, en zo wijd verbreid dat bezoekers er vaak vanuit gaan dat het hier is toegestaan, de trottoirs zijn immers breed genoeg. Maar nee, het mag echt niet, volgens de Strassenverkehrsordnung.
Voor kinderen maakt de wet een uitzondering. Tot hun tiende jaar mogen ze op het trottoir fietsen en vanaf hun achtste desgewenst ook op straat. Maar hoe zit het dan met ouders die kinderen begeleiden? Formeel mogen ook zij niet op de stoep fietsen, en wie het wel doet riskeert een boete. Toch gebeurt dat voortdurend, en dat is ook begrijpelijk, als ouder wil je je kind in de gaten houden en kunnen ingrijpen als het mis dreigt te gaan.
Het Ordnungsamt, dat de openbare orde moet bewaken, grijpt bijna nooit in. Maar af en toe leidt de wet tot bizarre situaties. In Beieren is een aantal jaren geleden een moeder veroordeeld tot schadevergoeding omdat haar kind, fietsend op de stoep, opeens de rijbaan opschoot en in botsing kwam met een auto. De moeder, die op de rijbaan fietste, zoals het hoort, had haar ouderlijke plicht verzaakt door niet tijdig in te grijpen en moest de blikschade vergoeden. Dat is raar.
De minister van Verkeer wil nu de wet zo wijzigen dat ouders jonge fietsertjes op het trottoir mogen begeleiden. Maar daarmee is het probleem niet opgelost, want dat betekent dat fietsers en voetgangers voortaan hun domein moeten delen. En omdat er steeds meer gefietst wordt, is het volgende conflict alweer geboren. De Duitse fietsersbond wil dan ook verder gaan en bepleit beschermde fietspaden voor ouders met kinderen. Maar de Aggro-Bikers en Rambo-Radler dan? Ik blijf het met interesse volgen, op veilige afstand.