(16.02.2019)
Op 24 februari is het weer zo ver, de jaarlijkse Oscar-uitreiking. Duitsland heeft als kandidaat voor beste buitenlandse film `Werk ohne Autor´ (`Never look away´) ingezonden, die het tot de laatste vijf heeft geschopt en ook in Nederland erg enthousiast is ontvangen. De film is bij het Duitse publiek ook goed gevallen, maar door de belangrijkste filmrecensenten genadeloos neergesabeld. Ik was het met die kritiek eens en mijn vrienden in Nederland verbazen zich daarover, want iedereen is nu juist zo onder de indruk.
Eerst het relletje tussen regisseur Florian Henckel von Donnersmarck en zijn hoofdpersoon, de schilder Gerhard Richter. De film beschrijft Richters leven, een Duitse familiegeschiedenis die typerend is voor de twintigste eeuw, bepaald door twee dictaturen, die van de nazi´s en de DDR. Richter is weliswaar bij het grote publiek in Nederland geen beroemdheid, maar vergis je niet, het is ´s werelds duurste levende kunstenaar, wiens werken voor tientallen miljoenen worden verkocht. Richter gaf na het verschijnen van `Werk ohne Autor´ desgevraagd een zuinige reactie, die erop neerkwam dat hij de film `te verbrokkeld´ vond. Achteraf bleek dat hij alleen de trailer had gezien en de DVD had opgevraagd (`Op mijn leeftijd kan ik geen drie-en-een-half uur in de bioscoop zitten´), die hem echter niet werd toegestuurd.
Toen het toonaangevende tijdschrijft The New Yorker hem eind vorig jaar om een interview vroeg, antwoordde Richter dat dit voor hem onmogelijk was, omdat zijn `weerzin´ inmiddels zo was gegroeid dat hij alleen al bij de herinnering aan de ontmoetingen met Donnersmarck een slecht gevoel kreeg.´ De tweede keer had The New Yorker meer succes; Richter stemde toe. En hij liet geen spaan heel van de grote regisseur. `Hij heeft mijn biografie misbruikt en extreem vertekend.´
Wat was de gang van zaken? Florian Henckel von Donnersmarck had zich voorgenomen een film te maken over deze grote kunstenaar met zijn dramatische verleden. Hij was alles bij elkaar vier weken te gast bij Richter in Keulen en samen waren ze een paar dagen in Dresden, de stad van Richters jeugd. De schilder, aldus diens lezing van deze ontmoetingen, liet er geen misverstand over bestaan dat hij geen toestemming zou geven voor een film over zijn leven. Neem iemand met een ander beroep, een schrijver, een musicus, stelde hij voor, en hij legde schriftelijk vast dat Donnersmarck zijn naam noch zijn werken mocht gebruiken. De regisseur had hem beloofd zijn wensen te respecteren. `In werkelijkheid heeft hij er alles aan gedaan om mij met deze film in verbinding te brengen´, aldus Richter.
Donnersmarck toonde zich verrast door Richters commentaar. Ja, hij had `veel details´ in de film verwerkt, die als `liefdesbrieven´ aan Richter beschouwd konden worden. `Er zitten een paar kleine overeenkomsten in. Maar ik wilde geen levensloop schetsen, ik wilde een op zichzelf staand kunstwerk scheppen, dat interessanter en spannender moest zijn dan de waarheid.´ Richters reactie kan hij wel begrijpen: `Als iemand mijn levensverhaal zou nemen en daar een draai aan zou geven, zou dat vreselijk veel pijn doen omdat het zo dichtbij de pijnlijke hoofdstukken zou komen, of het zou pijn doen omdat het juist niet dichtbij genoeg komt. Misschien is het een film voor iedereen behalve voor Gerhard Richter.´
Juridisch kan Richter niets ondernemen, want zijn naam komt in de hele film niet voor, de schilder heet daarin Kurt Barnert. Donnnersmarck heeft zich ingedekt; de film is fictie en volgens hemzelf heeft hij met tal van kunstenaars gesproken, onder andere met Richter. Maar de film gaat wel degelijk over Richter – zijn tante was schizofreen, werd door de nazi´s gesteriliseerd en later vermoord, hij trouwde met de dochter van een voormalige SS-arts, die zelf gedwongen sterilisaties had uitgevoerd. Dat alles, en nog veel meer, is in de film precies zo weergegeven.
Ik vrees dat Richter heel naief is geweest en nu spijt heeft als haren op zijn hoofd dat hij de filmmaker in vertrouwen heeft genomen. Maar, zoals zo vaak, voor spijt is het te laat en de film maakt een zegetocht. Niet overal trouwens. Met bittere voldoening constateert Richter in de New Yorker dat de belangrijkste Duitse bladen Donnersmarcks `brouwsel´ zeer sceptisch en kritisch hebben beoordeeld. En dat klopt. Temidden van alle internationale waardering is de sarcastische wijze, waarop Donnersmarck in zijn Heimat her en der afgeserveerd wordt, beslist opmerkelijk,
Die Zeit maakt zich vrolijk over de scene waarin het jongetje Richter in een boom klimt en opeens het licht ziet – ik heb begrepen hoe alles samenhangt, roept hij uit. `Alles hangt met alles samen!´ Wat een pathos, het wachten is op een vleugje ironie, schrijft de recensent, die eraan toevoegt: nee, het wachten is vergeefs, geen ironie, het wordt eerder erger, ook de regisseur heeft blijkbaar begrepen waar het om gaat, dat alles met alles samenhangt. `De personen komen rechtstreeks uit de stomerij, de gebeurtenissen zijn overgoten met een saus van schoonheid, tot het bombardement in Dresden toe.´ Als de deur van de gaskamer zich sluit (nadat twee vrouwen nog even gauw gezegd hebben dat ze van elkaar houden!) valt er een stilte, terwijl we allemaal weten dat de gruwelen zich bepaald niet in stilte afspeelden. `Men merkt dat het de maker niet om de geschiedenis zelf gaat, hij gebruikt die alleen.´
Ik ga hier niet alle negatieve recensies citeren, maar die van Der Spiegel mag niet ontbreken. `De film vertelt nauwelijks iets. Niet over kunst, niet over het Duitse verleden, en al helemaal niet over vrouwen.´ Het begint al meteen zwak, namelijk bij de tentoonstelling over `Entartete Kunst´ uit 1937, waar de kleine Richter met zijn tante gaat kijken. Het gaat hier om de rondreizende tentoonstelling die dat jaar in München werd geopend en vervolgens rondreisde, maar nooit in Richters woonplaats Dresden kwam. Natuurlijk hoeft niet alles in een historische film voor 100 procent te kloppen, maar nergens wordt duidelijk waarom Donnersmarck hier voor Dresden kiest, aldus Der Spiegel.
Het is makkelijk `Werk ohne Autor´ slecht te vinden, zo gaat de recensie verder. De film mist basis, mist overtuiging, wil alleen groot zijn. In 188 minuten komt de halve twintigste eeuw langs. De personages missen diepgang. Vooral bij Richters geliefde is dit een `verbluffende tekortkoming´: steeds opnieuw glijdt de camera naar haar naakte lichaam, de schilder wisselt met haar nauwelijks een woord over zijn werk, maar grijpt bij thuiskomst meteen naar haar borsten. Van de vrouw als denkend en handelend wezen blijft niets over. `Werk ohne Autor? Brust ohne Frau.´
Maar goed, de film is terecht ingezonden voor de Oscar, besluit Der Spiegel. Want het gaat erom wat anderen, ook de Academy, als een grote Duitse film beschouwen. `Das Leben der Anderen´, waarmee de regisseur in 2007 de Oscar won, maakte dat oordeel waar, deze film in het geheel niet.