(16.06.2020)
Het zou 32 graden worden afgelopen zondag en dus zette ik met een vriendin koers naar de Schlachtensee, een van de vele meren die de stad rijk is. Het is een populaire plek. Kinderen vermaken zich in de speeltuin, men zwemt en ligt te zonnen, en dit alles staat in het teken van een mooie horecagelegenheid van het wijnhuis Lutter&Wegner. Langs het water een Biergarten met lange banken en zelfbediening, iets hoger gelegen een elegant restaurant met enorm terras, de Fischerhütte.
We hadden gereserveerd, want normaal gesproken kun je daar op een stralende zondagmiddag moeilijk terecht. Sinds half mei zijn de restaurants in Berlijn weer open, tafels op gepaste afstand van elkaar, naam en telefoonnummer achterlaten, bediening met mondkapjes. Ik ben iemand die veel en graag uit eten gaat en op terrassen zit, en het is opvallend, je krijgt tegenwoordig altijd een plaats. Want ondanks de versoepeling is meestal maar een derde van de tafels bezet. En ook in dit geval was dat zo.
Waar ligt dat aan? Durven mensen het risico niet aan? Vinden ze het niet gezellig? Hebben ze door zaken als arbeidstijdverkorting en werkloosheid geen geld om erop uit te gaan? Of hebben ze er bezwaar tegen hun gegevens achter te laten? Mij interesseert dat niets, het is alleen voor het geval zich een besmetting voordoet, dus dat lijkt me vooral verstandig. Maar zo denkt niet iedereen erover. Mensen in mijn omgeving die de DDR nog hebben meegemaakt voelen er meestal niets voor en ook sommige jongeren (zowel Nederlandse en als Duitse) ervaren het als een schending van hun privacy of `voelen zich een misdadiger´, las ik.
Hoe dan ook, de loop is er nog steeds uit en het gevolg is rampzalig. De meeste restaurants en café´s hebben door de coronacrisis meer dan driekwart van hun jaaromzet verloren en voor de hotels geldt hezelfde. Zo´n 90 procent van de horeca en hotellerie is nu weer open, maar zoals mijn eigen ervaring ook uitwijst, de klandizie komt maar mondjesmaat op gang en in ieder geval is die tot nu toe volstrekt onvoldoende om de verliezen op afzienbare termijn te kunnen compenseren.
Daarbij komt het wegvallen van het toerisme. Het was best leuk om rond te wandelen in een stad zonder toeristen, de lege pleinen voor de Brandenburger Tor, de Alexanderplatz en de Potsdamer Platz maakten een surrealistische indruk; de stad leefde alleen nog maar in de buurten. Het is inmiddels wel wat levendiger op de beroemde hotspots, maar nog lang niet zoals het was. Berlijn lijdt een omzetverlies van 240 miljoen euro per week doordat de toeristen wegblijven en het afblazen van de lucratieve evenementen in de Messe heeft nu al een miljard gekost aan neveneffecten.
Voor de werkgelegenheid in de sector is corona ook dodelijk; zo´n kwart miljoen banen is afhankelijk van horeca en toerisme en herstel is pas in 2022 te verwachten, zegt voorzitter Andresen van de branche-organisatie. We hebben geen perspectief, is de kern van zijn verhaal, en dus moeten de Duitse regering en de Berlijnse overheid opnieuw de portemonnee trekken. Structurele hulp is geboden, want toerisme en horeca zijn voor de stad van levensbelang en op eigen kracht komt men er niet uit.
Berlijn wordt extra getroffen, omdat het nu eenmaal de toeristische trekpleister van Duitsland is, maar het probleem speelt natuurlijk overal. De regering probeert voorlopig het tij te keren door meer versoepelingen. Overwogen wordt feesten, zoals bruiloften, met 50 gasten binnen of 100 gasten buiten weer toe te staan en horecabedrijven mogen binnenkort tot 11 uur ´s avonds openblijven in plaats van tot 10 uur, zoals nu. Zou het helpen? Ik heb er een hard hoofd in. En dan hebben we het nog niet eens over winkels zoals kledingzaken en warenhuizen. Ook daar is de klandizie vaak mager. Met een mondkapje winkelen is niet ideaal, afstand houden is lastig, de medewerkers staan zich te vervelen. Een golf van faillissementen dreigt, zoals in veel grote Europese steden. Een somber beeld.