`Het wordt nooit normaal hier´
(Door Rob Savelberg)
`Ogenschijnlijk is hier niet meer veel van het vroegere Oost-Duitsland en het systeem van de gehate Stasi te merken´, oordeelt schrijfster Marjolijn Uitzinger, terwijl ze naar Bahnhof Friedrichstrasse tuurt, dat dik twintig jaar terug de hermetisch gesloten grens tussen Oost en West was. `Maar je hoort nog steeds dat ze voormalige spionnen ontmaskeren. Het wordt nooit helemaal normaal hier.´
Ziehier de kern van haar thriller Een fatale primeur, die zich in het nieuwe Berlijn van na de hereniging afspeelt. De zo gehate Muur is allang geopend, afgebroken en naar de mestvaalt van de historie verbannen – maar veel mensen dragen hun geheimen van weleer nog met zich mee. En zo nu en dan komen die onvrijwillig aan de oppervlakte, dan blijkt de geschiedenis nog springlevend. (…)
De afgelopen jaren zijn er opnieuw diverse bekende mensen vanwege hun Stasi-verleden in opspraak gekomen, vertelt Uitzinger en geeft enkele voorbeelden: nazi-jaagster Beate Klarsfeld, die de West-Duitse bondskanselier Kiesinger en plein public een oorvijg gaf, keeg geld van deze inlichtingendienst. De beroemde undercover-journalist Günter Wallraff zou met hen samengewerkt hebben. (…)
`Ze hadden 170.000 mensen die dit soort freelance werk deden. En daarnaast nog 90.000 man voltijds in dienst bij de Stasi. Onvoorstelbare aantallen. Drie keer zoveel personeel als de Gestapo had. En maar liefst 6 miljoen Ossi’s hadden een Stasi-dossier´, concludeert Uitzinger.
De ervaren journaliste, die onder meer voor Radio 1 werkte, geeft de voorkeur aan Charlottenburg, de buurt waar ook Cees Nooteboom en Armando graag vertoefden. (…) Toch fascineert ook de andere kant van de Spree-stad haar, waar vroeger een Muur verhinderde dat de bewoners naar het vrije Westen zouden vluchten. Uitzinger kwam er al in 1968, toen op de terugweg uit Tsjechoslowakije, dat ook achter het IJzeren Gordijn lag en waar de Praagse lente in volle gang was: `Het was hier grauw, naar en lelijk, alle mensen waren er zo chagrijnig en onvriendelijk´, herinnert ze zich.
Een groot verschil met de vreugde vanwege de Duitse hereniging in 1990. Tegelijkertijd moesten al die spionnen en hun helpers op zoek naar een nieuwe baan. `Veel zijn er naar de beveiligingsbranche gegaan. Observeren, bewaken, lastigvallen, dat konden ze natuurlijk goed.´ Niet toevallig heeft een van de personages in Een fatale primeur een succesvol securitybedrijf opgericht, waar hij voor zijn klanten dezelfde keiharde en deels criminele methodes gebruikt die hij als Stasi-man geleerd had.
Al met al heeft Uitzinger een vlotte pen, het boek leest gemakkelijk en de lezer kan zich door de Nederlandse invalshoek beter in de soms complexe Stasi-terminologie inleven. `Het was natuurlijk allemaal heel bedreigend en beangstigend. Ik heb het Stasidossier van een vriendin gezien, die door haar beste vriend werd verraden. Ze hielden echt alles in de gaten.´
(De Telegraaf, 20 juli 2012)